Suriname 2006

Napier

Het was me een ritje wel van Taupo naar Napier. We hadden ons flink verkeken op de afstand en de bergen die we op en af moesten. En daar kwam nog eens bij dat er onderweg tussen Taupo en Napier geen benzinestation is te vinden. Kortom een hoop stress want de benzinemeter hing bijna in het uiterst linker hoekje. Maar we hadden engeltjes op ons schouder en met nog 1,5 liter benzine in de tank bereikten we veilig en ongedeerd de stad Napier.

Een wereldstad aan de Grote Oceaan kunnen we zeggen. In februari 1931 volledig met de grond gelijk gemaakt door een krachtige aardbeving, maar nu weer in volle glorie hersteld. En het leuke aan deze stad is dat deze volledig in één stijl, de Art Deco, is opgebouwd. En de sfeer is gewoonweg geweldig. Nu is de sfeer overal in Nieuw Zeeland al perfect, maar de Napiers weten daar weer een schepje bovenop te doen. Laura en ik waren het beiden met elkaar eens. Mochten we ooit gaan emigreren naar Nieuw Zeeland dan gaan we in Napier wonen.

In het stadje Napier kun je niet om de Kiwi heen. Het nationale symbool van Nieuw Zeeland. In tegenstelling tot wat er in menig boekje staat vermeld, bevinden de kiwi's zich niet meer in het Kiwihouse maar zijn ze verplaatst naar het Nationale Aquarium dat zich aan de boulevard, Marine Parade, bevindt. Tussen de vissen rent daar een mannetje en een vrouwtjes kiwi rond in een donker hok. Fotograferen is erg lastig maar we hebben een poging gedaan. Met wat polijstwerk op de computer zie je de kiwi in haar volle glorie. Tevens hebben we een mooie foto van kiwibillen. Daar ging 'per ongeluk' de flits af toen de kiwi voorbij kwam rennen. Hij rende alleen ietwat te snel, zodat slechts zijn billen in volle glorie zichtbaar zijn. Verder is het aquarium een onwijs leuke attractie. Zeker doen dus.

Een ander museum dat we hebben bekeken in Napier was het Hawke's Bay museum. Eén van de reisboekjes die we bij ons hadden beloofde een interactieve film waarbij je schuddend in je stoel de aardbeving uit 1931 zou kunnen beleven. Eenmaal binnen bleek dit niet het geval en was het de zoveelste fout die we in de toeristenboekjes hebben gevonden. Op zich is het een aardig museumpje, maar dan ook niets meer dan dat. Ze verkopen wel lekker biologisch ijs. Maar dat even terzijde. En oh ja...mocht die man nog in de hoofdwinkelstraat van Napier staan met een karretje met mini-donuts....loop deze dan niet voorbij maar schaf u een doosje met vers gebakken mini donuts aan. Die zijn werkelijk top.

Op de dag dat we Napier achter ons lieten, begon het weer helaas te betrekken. Maar op zich zou dat niet erg zijn aangezien we weer een dagje autorijden hadden gepland naar de omgeving van Wellington. We hadden een zodanige route uitgestippeld dat we de plaats met de langste plaatsnaam ter wereld zouden gaan zien. Hoopvol begaven wij ons in het achterland van Nieuw Zeeland. Wat we even waren vergeten was dat kort voor onze doorkomst door het gebied er flinke overstromingen waren geweest in het zuidelijk deel van het Noordereiland. Wat een fijne rit had moeten worden, werd een pittige reis langs ingestorte en met modder besmeurde wegen.

Uiteindelijk bleek de rit ook voor niets geweest want we hebben we de plaats met de langste plaatsnaam niet gevonden. We waren er dichtbij, maar konden door afgezette wegen niet bij de plek komen. De naam waar we naar op zoek waren was overigens de volgende:

Taumatawhakatangihangakoauauotamateaturipukakapikimaunga
horonukupokaiwenuakitanatahu

Het blijkt een heuvel te zijn dat deze naam heeft gekregen en de weg naar het naambordje bleek onbereikbaar voor ons door de overstromingen. Dus we houden ons aanbevolen voor een foto van het beroemde plaatsnaambordje. Wie gaat ons die foto sturen. Overigens betekent de naam volgens de Lonely Planet het volgende:

"The brow of a hill where Tamatea, the man with the big knees, who slid, climbed and swallowed mountains, known as Land Eater, played his flute to his lover."

Aanvulling dd 12 januari 2005:
Ik ben inmiddels in het bezit van de foto van het bordje met de langste naam te wereld. Ik wil hem jullie niet onthouden:


Na onze overlevingstocht door overstroomd gebied wisten we weer de highway 2 te bereiken en konden we op een flinke puist van een berg na toch redelijk doorrijden tot aan Lower Hutt. Lower Hutt is een dorpje praktisch grenzend aan Wellington waar zich de camping bevond die we wilden hebben.

Over campings gesproken. We kwamen er in Rotorua achter dat het land beschikt over zogenaamde Top10 Holidayparks. Een keten van campings waarvoor je een kortingskaart kan kopen. Je krijgt dan bij elk bezoek 10% korting op een camperplaats en de campings zijn stuk voor stuk van perfecte kwaliteit. De kaart verdien je er zo weer uit wanneer je een tijd in Nieuw Zeeland rondzwerft. Temeer daar de kaart op veel attracties in het land extra korting geeft. Een aanrader dus ..... en oh ja .... de camping is niet duurder dan een gemiddelde camping.

Wellington

Na de barre tocht door overstroomd gebied kwamen we in stromende regen aan op onze geplande camping in Low Hutt. Gelukkig hadden de eigenaren de camping inmiddels weer moddervrij. Want ook deze camping heeft onder een laag water gestaan. Ondanks de regen die we hadden, hebben wij dus eigenlijk niet te klagen gehad.

Maar we hadden al snel door dat we voor Wellington veel te weinig tijd hadden uitgetrokken in ons reisschema. Normaal zou je lekker een dag langer blijven op een plek waar je het naar je zin hebt, maar we hadden onze overtocht naar het Zuidereiland al geboekt dus we moesten Wellington in 1 dag gaan zien. Te weinig kan ik u zeggen. Het is een heerlijke stad om in te vertoeven, hoewel de skyline van Wellington niet is om over naar huis te schrijven. Maar er valt genoeg te doen voor meer dan één dag.

We hebben een keuze gemaakt om de highlights van de stad te gaan bekijken. Wat wel prettig is, is dat je alles lopend kan bereiken in de stad. We zijn uiteraard begonnen met de Wellington Cable Car van Lambton Quay naar de ingang van de botanische tuin. Van daaruit heb je een uitzicht over Wellington en de haven wat zoals gezegd is niet echt geweldig.

Maar bij toeval stuitten boven we wel op de Carter Observatory. Een heel leuk sterrenobservatorium waar een ontzettend leuke en interessante kijk wordt gegeven op de sterren van het zuidelijk halfrond. En dat is op zich weer interessant, want als iets mooi is in de echte duisternis van Nieuw Zeeland dan is het wel sterren kijken. De hemel van Nieuw Zeeland is in de nacht nog niet vervuild met licht en het is dan ideaal als je een beetje wegwijs bent gemaakt in het sterrenstelsel. Het kost niet veel tijd en het is echt ontzettend leuk. Gewoon doen als je er toch bent.

Eenmaal weer beneden zijn we doorgelopen richting het regeringscentrum met als opvallend punt het enorm lelijke parlementsgebouw dat qua uiterlijk op een bijenkorf lijkt. Vandaar dat het gebouw de 'Beehive' wordt genoemd.
Praktisch naast de parlementsgebouwen vind je de nieuwe St. Paul's cathedral. Een gebouw dat qua uiterlijk zeker niet de schoonheidsprijs verdient, maar als een leek als ik dat kan en mag bepalen, beschikt de kathedraal over een geweldige akoestiek. Er was immers een koor aan het zingen en ik was werkelijk onder de indruk

Maar voor een werkelijke mooi gebouw moet je toch echt bij de oude St. Paul's cathedral zijn. Het ligt op een steenworp afstand van de nieuwe versie. Het interieur is werkelijk fantastisch en is zeker een bezoekje waard. Deze kathedraal is overigens geheel uit hout opgetrokken om het aardbevingbestendig te maken.

En over aardbevingen gesproken. Mocht er zich een aardbeving voordoen wanneer u in Wellington bent - wat niet geheel ondenkbaar is in dit aardbevinggevoelige gebied - dan kunt u het beste uw toevlucht nemen tot het Te Papa museum. Dit 3 voetbalvelden grote museum behoort tot één van de grootste musea ter wereld en is geheel aardbevingbestendig gebouwd. Het museum wil het biculturele erfgoed en de biculturele identiteit van het land benadrukken. Een werkelijk fantastisch museum waarin je dagen kan ronddolen en dat regelmatig zijn tentoonstellingen wijzigt. Een museum in beweging dat steeds weer vernieuwd. En wat ons Nederlanders natuurlijk aanspreekt: HET IS GRATIS .... joepie. Nee, dit is absoluut een must-have-seen.

Helaas bemerkten we het te laat omdat we nog even het thuisfront middels een weblog op de hoogte moesten stellen van onze vorderingen. Maar tegen het einde van het feest toen iedereen al dronken was, kwamen wij erachter dat er een groots opgezet Cubafeest gaande was in de stad in, hoe verrassend, de Cubastreet. Een feest vol met muziek, straattheater en lekker eten. Heerlijke ontspannen sfeer hing er. Perfect slenteren door een qua architectuur leuk ingerichte en ontworpen wijk.

Nee, Wellington had meer verdiend dan een dagje door de stad rennen. Trek minstens een paar dagen uit voor deze stad. Want deze stad is zoveel leuker dan welke dan ook in Nieuw Zeeland. Hoewel ... Napier rules hahaha.

Overtocht naar het Zuidereiland + Marlborough Sounds

In Wellington zijn we aan boord gegaan met onze camper van een ferry van Bluebridge. Dit is naast de Interislander één van de maatschappijen die tussen het Noorder- en Zuidereiland vaart. Op advies hebben we gekozen voor de ferry van Bluebridge uit kostenoverwegingen. Bluebridge is net even goedkoper dan de inter-islander. Dan is de keus voor een Hollander weer snel gemaakt natuurlijk.

Uit de boekjes hadden we al vernomen dat het flink kon waaien in de nauwe Cook Strait tussen het Noorder- en Zuidereiland. En ze hadden gelijk. Om in termen van Laura te spreken. Je waait uit je ondergoedje. Maar het loont enorm om aan het dek te kunnen staan. Eerst vaar je een heel stuk langs de zuidkust van het Noordereiland om vervolgens op het nauwste stuk tussen de twee eilanden over te steken. Je kunt dan beide eilanden zien liggen.

Het Zuidereiland vaar je vervolgens letterlijk binnen. Via een nauwe doorgang, de Tory Channel, vaar je de Marlborough Sounds in. Een indrukwekkend geheel van inhammen, eilandjes, baaien en schiereilanden. En als je dan denkt dat je er bent. Nou mis, je bent nog minstens een uur aan het varen. Maar dat is geen straf. Je wordt getrakteerd op een geweldig schouwspel. Je kan binnen in de boot een film kijken. Maar geloof me. Buiten op het dek is een veel mooiere 'film' te zien.

Je komt uiteindelijk aan in het kleine plaatsje Picton. Een plaatsje waar iedereen als een gek weer uitrijdt. Maar wij besloten even te blijven hangen en rond te kijken. Niet dat er enorm veel te zien valt, maar je hoeft dan niet in een colonne van campers het dorp uit te rijden. En wie wil nou niet de Edwin Fox zien. Een oud schip dat vroeger als vrachtschip dienst heeft gedaan tussen Engeland en Nieuw Zeeland. Uiteraard kun je ook in Piction weer naar een lokaal museumpje zoals je die in elk dorp vindt. Maar we zijn na een kleine lunch toch maar in zuidelijke richting gereden. Naar Blenheim. Het hart van het wijngebied alwaar je ondermeer de bekende wijnmakerij Montana vindt.

En we hebben trouwens een schokkend moment meegemaakt in Blenheim. We zijn op de camping van Blenheim de eerste chagrijnige Nieuw Zeelander ontmoet. Een zeldzaamheid kan ik u vertellen. Want iedere Nieuw Zeelander is de vriendelijkheid zelve. Maar de receptioniste van de camping zag het leven volgens mij niet meer zitten en was nodig toe aan een glaasje merlotwijn. Maar goed, het was maar een tussenstop en een springplank voor ons avontuur op het Zuidereiland.

Kaikoura

Vanuit Blenheim is het een kleine 200km rijden naar Kaikoura. De plaats waar ik in Nederland al helemaal naar uitkeek. Want daar zou ik voor het eerst in mijn leven walvissen gaan zien. Dus ik kon niet wachten naar Kaikoura te gaan. Ondanks 'mijn haast' zag Laura wat liggen op de rotsen. Ze had een zeehond of zeeleeuw zien liggen terwijl we met 100 km/uur voorbij raasden. Yeah right Laura, een zeehond. Toch maar even terugrijden om te zien wat ze nu werkelijk gezien had.

Verdomd, ze had gelijk. Er lagen twee zeehonden heerlijk te zonnebaden op de rotsen aan de Pacific coast. Terwijl ik dichterbij sloop om een mooi plaatje te schieten voor het thuisfront, kreeg Laura ineens de schrik van haar leven. Zonder dat ze het doorhad werd er een zeehond wakker op een meter of twee naast haar. Dit kon niet waar zijn. Die hadden we niet eens zien liggen. Sterker nog als je goed kijkt dan ligt de hele kust vol met die beesten. Je struikelt er zowat over. Het was in één woord geweldig. Zeehonden in de vrije natuur. In Nederland betaal je je scheel in het dolfinariumom ze te kunnen zien. Hier liggen ze voor het 'oprapen'.

Een klein stukje verder, ongeveer 25 km voor Kaikoura, troffen we nog iets leuks aan. Een houten bootje (volledig niet zeewaardig) met een oude korf erin en een kleine aftandse caravan met een groot bord erboven: Fresh cooked Crayfish. Dat moest Laura zien.

Binnen stond een vrouwtje met vers gekookte crayfish (rivierkreeft). Manlief ing ze met de speciale kreeftenkratten en zij verkocht de op kreeft gelijkende reuze garnalen. En voor een prijs dat in Nederland ondenkbaar zou zijn. Voor slechts NZ $27 (= €14,50) konden we een mooi exemplaar meenemen. Dat hebben we niet laten liggen natuurlijk. Een aanrader voor als u erlangs rijdt.

In Kaikoura begon het weer helaas te betrekken en de wind stak op. Dat zag er somber uit voor onze walvistocht die de volgende dag op het programma stond. En wat we dachten dat gebeurde ook. De tocht was gecancelled wegens te slecht weer. Dat was even balen. Maar een dag later konden we dan toch uitvaren voor een tocht naar de spermwhales.

We werden gewaarschuwd voor zeeziekte want de zee zou uit de kust nog steeds ruw zijn. Met een paar gingertabletjes achter de kiezen gingen we toch aan boord. Ik moest echter al snel mijn meerdere erkennen in de twee meter hoge golven van de Grote Oceaan. Maar nadat ik gebruik had gemaakt van mijn kotszakje en mijn maaginhoud had overhandigd aan de 'stewardess', was ik gelukkig in staat te genieten van de walvissen.

Ik moet zeggen dat je in Nieuw Zeeland al steeds je mond weer dicht moet doen omdat deze steeds openvalt van verbazing. Maar dit sloeg weer alles. Wat een ervaring is het om zulke beesten te zien. Het is niet te beschrijven wat voor gevoel het geeft om die grote zoogdieren te zien dobberen en vervolgens te zien duiken naar een kilometer diepte waar ze dan 3 kwartier gaan eten. De bekende staartscène hebben we uiteindelijk 4 keer kunnen zien. Het was helemaal top. Het was de zeeziekte meer dan waard.

Gelukkig heeft Laura alles net aan binnen kunnen houden. Zij was iets beter bestand tegen de deining. Maar ook voor haar scheelde het weinig. Toch zal zij het ook beamen. Het was het meer dan waard. Ook dit is zeker weer een must-have-seen-and-done in Nieuw Zeeland. Dit mag niet worden overgeslagen.

Een mooie plek om even tot rust (althans je maag) te komen alvorens weer door te rijden is de look-out over Kaikoura en omgeving. Kaikoura is namelijk een schiereiland en is prachtig gelegen aan de voet van een bergketen waarvan de toppen praktisch altijd bedekt zijn met sneeuw. De zee is helderblauw en de omgeving is rijk aan de flora en fauna. Een plek waar je je zeker thuis voelt.

Nelson

Vanuit Kaikoura zijn we weer teruggereden via de weg die we zijn gekomen. We wilden namelijk absoluut het noorden van het Zuidereiland nog zien. Op de route naar Nelson hebben we onderweg overnacht op een kleine verscholen camping naast de Pelorus Bridge. Een eenvoudige camping dat wel voorzien is van stroom. Heel erg leuk maar vergeven van de sandflies. So be careful out there.

De volgende dag was het tijd voor Nelson. Een leuk en typisch Engels stadje (met heel veel koude Engelse kak met de beroemde stiff upperlip) om in rond te slenteren aan de Tasman baai. Ergens midden in het stadje ligt op een heuvel de kathedraal van Nelson. Naar verluid spreken de inwoners van Nelson liever over de mooie tuin rond de kathedraal in plaats van over de kathedraal. De kathedraal blinkt ook niet uit qua schoonheid. Opvallend detail is bijvoorbeeld dat een gedeelte van de kathedraal in marmer is gebouwd en dat wegens geldgebrek de rest maar met beton is afgemaakt.

Aan de voet van de heuvel met de kathedraal bevindt zich wel een interessant restaurantje in de Trafalgar Street. Het heet 'Chez Eelco'. Ooit door een Nederlandse immigrant gestart. Maar bij navraag in het restaurant bleek dat Eelco de tent al had verkocht aan zijn zoon en dat zijn zoon inmiddels de tent weer had verkocht aan Nieuw Zeelanders. Gelukkig is de kwaliteit van goed niveau gebleven. We hebben er heerlijk gegeten. Laura had een gerecht met Jacobsschelpen en ik had een ogenschijnlijk simpel broodje met kipfilet. Volgens de uitbaatster was het echter het beste broodje wat ze verkochten. En ze had gelijk. Wat ze ermee hebben gedaan weet ik niet. Maar het was een kermis voor mijn smaakpapillen. En zelfs van de Café Latte van Laura wisten ze nog een kunstwerkje te maken zoals je hieronder op de foto kan zien.

Wanneer je richting de kunstenaarswijk loopt kom je op de Trafalgar Square de beroemde juwelier Jens Hansen tegen. Voor de Lord of the Ringfans een walhalla. De vader van de huidige juwelier heeft namelijk de originele Ring uit de film ontworpen. Je kan hier dan ook een 'originele' kopie kopen van de ring.

Verder is een leuk straatje om te bekijken de South St Precinct, Een straatje dat wordt bewoond door kunstenaars en dat pure rust uitstraalt. Erg leuk en je vindt er van die fantastische huisjes met die mooie veranda's die je zoveel ziet in Nieuw Zeeland. Wanneer je de woningen in ons landje gewend bent, dan kun je alleen maar likkebaardend kijken naar dit soort woningen. En dat deden we dan ook wat is te zien aan onze schaduwen.

Abel Tasman National Park

Na Nelson kwamen we in Motueka terecht. We wilden namelijk het Abel Tasman park gaan bekijken en een springplank voor dit park is aan de oostzijde van dat park het stadje Motueka. Ons beeld van het stadje was flink gekleurd door de ietwat negatieve beschrijving gegeven door Dolf de Vries in zijn boek Nieuw Zeeland in een rugzak. En we moeten zeggen, het stadje Motueka viel alleszins mee.

Maar goed we kwamen niet voor Motueka, maar wel voor het Abel Tasmanpark. Ook dit park is weer zo'n must-have-seen. Dit park is van een onbeschrijfelijke schoonheid. Nu moet ik eerlijkheidshalve wel zeggen dat we topweer hadden. Lekker warm en een strakblauwe hemel. Het kon niet beter voor dit park. Je kan het park op diverse manieren verkennen. Te voet kun je bijvoorbeeld geheel of gedeeltelijk de coastal track wandelen. Maar je kan ook lekker gaan kanoën of jezelf laten afzetten door één van de vele watertaxi's of shuttles die er om de gunst van de toerist concurreren in dat gebied.

Wij hadden voor het Abel Tasmanpark een dag uitgetrokken en we hebben besloten een gedeelte van de coastal track te lopen. Om toch de hele kustlijn te zien hebben we ons eerst laten rondvaren door de seashuttle van Kaiteriteri naar Totaranui en weer terug. Je ziet dan ondermeer de mooie Split Apple Rock, een vermoedelijk door bliksem gespleten ronde steen in de zee. Wij troffen de rock 's ochtends vroeg bij wel erg mooie lichtval aan zoals je hieronder kan zien op de foto.
Verder kom je onderweg nog een sealcolony tegen en word je weer overladen met beeldschone natuur. Je blijft foto's schieten zoals je kan zien aan de selectie foto's.

In Bark Bay zijn we aan land gezet door de schipper van de shuttle. We hadden afgesproken met de schipper dat we het stuk zouden gaan lopen naar Torrent Bay. En hij zou ons daar later in de middag weer oppikken. En het bleek een fantastische track om te wandelen. Voor niet wandelaars als wij zijn, is de 2,5 uur durende track net mooi en geeft je een goed idee van hoe het park eruit ziet .... aan de kust althans.

Onderweg struikel je werkelijk over de vliegenzwammen. In Nederland zouden ze meteen een hekje rond deze zwam plaatsen. Hier groeien ze in grote getale. Verder is het gewoon een prachtige tocht langs de kust van het park. Een aanrader. Advies is wel anti-sandflies spul mee te nemen. Want ook deze beestjes hebben schoonheid van het park ontdekt en hun intrek genomen in het park. En ze zijn ook hier verzot op uw lichaam.

De fauna van Nieuw Zeeland

Er zijn al de nodige dieren die de revue gepasseerd zijn in dit verslag. Maar we hadden nog wat meer foto's gemaakt van diertjes, vogeltjes, vissen, gloeiwormen, sandflies en noem het maar op. Ook een dode possum mag niet ontbreken aan dit overzicht. Want die zie je overal op de wegen liggen in Nieuw Zeeland. En er is niemand die er een traan over laat, want de locals zien het als ongedierte. Een beetje vreemd, want ze hebben de possums zelf geïntroduceerd in Nieuw Zeeland. Maar nu vreet het dier de nationale trots op: de kiwi. Daar zijn de locals minder blij mee.

Als kort intermezzo hierbij een overzichtje van de fauna dat zich 'gewillig' liet fotograferen. Je ziet Van links naar rechts en van boven naar beneden:

Kea, Pukeko, Weka, Wyna, Sandflies, levende possum, dode possum, Hector dolfijn, een vis, gloeiwormen, schapen, edelhert.