Curacao 2005

Ik schrijf 26 januari 2005 ... ik had een stoel geboekt aan boord van de blauwe vogel met de feeërieke naam: KL735. Het was weer eens tijd voor een vakantie vond ik zelf. En het werd dit keer het zonnige eiland Curaçao op de benedenwindse eilanden vlak voor de kust van Venezuela.

Mijn vriend en oud studiegenoot Mike had samen met Monique en Lloyd zijn intrek genomen in een mooi stulpje op dat eiland en ik vond het tijd om dat stulpje eens te komen bekijken.

Na een vlucht van ruim 9 uur werd de kust van Curaçao zichtbaar vanuit het toestel. Wat direct opviel was het feit dat alles in volle bloei stond en prachtig groen was. Want wat een geluk voor ons ... het had net bijna 2 maanden onafgebroken geregend wat de flora van het eiland uiteraard goed heeft gedaan. Gelukkig was de regentijd nu voorbij en kon ik met een gerust hart voet op de bodem van de luchthaven van Curaçao zetten.

Bon bini op Curaçao ... ik zweette direct mijn ondergoedje uit. Wat een overgang van de winter van Amsterdam naar de hoogzomer van Curaçao. Maar er zijn ergere dingen op deze aardkloot toch. Ik besloot direct een paar versnellingen lager te gaan functioneren. Zeg maar in te burgeren op de Antillen.

Klik om te vergroten

Erg komisch was om te zien wat het verschil is tussen een Antilliaan en een Nederlander bij de bagageafhandeling. Deze afhandeling gaat uiteraard een tandje minder snel dan in Amsterdam (het is hier immers 31 graden).
Alle passagiers van de KL735 stonden dan ook ruim een uur gestresst om de bagageband te wachten op hun koffers. De Antillianen stonden relaxt tegen de muur te wachten. Zij wisten uiteraard dat de koffers wel een uurtje op zich konden laten wachten.

Ach ... waar maken we ons druk om. Relax soi ... poco poco. Je vakantie is begonnen. Nog even wachten en onder een palmboom staat de Pina Collada voor je klaar en heb je uitzicht over een helderblauwe zee.

Willemstad

Nadat ik was opgehaald door Mike vanaf Hato International Airport doemde al snel Willemstad, de hoofdstad, voor ons op. Willemstad ligt aan de Caribische zee en wordt in tweeën verdeeld door de Sint Annabaai welke toegang geeft tot de grote haven die Curaçao rijk is: het Schottegat.

De ene zijde van Willemstad heet Punda en de andere zijde heet Otrobanda. Beide helften zijn verbonden met elkaar door de beroemde Koningin Emmabrug dat op pontons is gebouwd. Achteraf had ik geluk dat deze brug er nog lag, want binnen zeer afzienbare tijd zal de brug uit de vaart worden genomen voor een grote opknapbeurt. Ik moet zeggen dat de brug dit ook wel kan gebruiken. Wanneer de opknapbeurt plaatsvindt dan zal de verbinding tussen beide oevers worden verzorgd middels veerbootjes. Deze varen overigens nu ook al wanneer de Emmabrug open moet voor de grote scheepvaart.

Een andere brug die je niet kan missen is de bekende 40 meter hoge Koningin Julianabrug. Achter deze brug zie je helaas nog steeds de zwaar vervuilende fabrieken van de Isla raffinaderij maar ook de haven van Curaçao. Hier liggen regelmatig grote cruiseschepen en de haven dient als belangrijk overslagpunt voor containervervoer in de regio.

Ik moet toegeven dat een paar uurtjes slenteren door Willemstad best leuk is, maar ik heb helemaal niets met Willemstad. Dat moest ik al snel erkennen. De stad heeft niet superveel te bieden. Maar het kan zijn dat ik aan alle leuke dingen voorbij ben gelopen zonder ze te zien. Maar wat je uiteraard moet hebben gezien zijn de Handelskade met de karakteristiek gekleurde handelshuizen. Een staaltje van Hollandse koloniale architectuur. Het is ongetwijfeld het meest gefotografeerde stekje op Curaçao. Het ligt aan de Pundazijde van de St Annabaai.

Vlakbij de Handelskade bij de ingang van het Waaigat vind je de drijvende groente- en fruitmarkt. Elke dag komen Venezolaanse bootjes vol met groente, fruit en poedersuiker naar Willemstad om deze dan te verpatsen op de drijvende markt. De markt is gezellig om te zien, maar of alle waar ook werkelijk zo gezond is als het eruit ziet. Ik waag het te betwijfelen.

Verder vind je naast een grote hoeveelheid winkeltjes op Punda uiteraard nog Fort Amsterdam. Dit fort was het eerste fort dat op Curaçao werd gebouwd ter verdediging en doet nu dienst als regeringszetel.

De andere kant van Willemstad heet zoals reeds gezegd Otrobanda wat letterlijk de 'andere kant' betekent. Voorheen was het een verpauperde wijk waar de criminaliteit welig heeft getierd. Nu is het een mooi opgeknapte wijk dat weer goed toegankelijk is. Via de Emmabrug kom je in Otrobana uit op het Brionplein dat is vernoemd naar de Curaçaose onafhankelijkheidsstrijder Pedro Luis Brion die op het plein wordt 'vereerd' middels een standbeeld.

Een perfect restaurant vind je overigens op Otrobanda. Het heet restaurant de 'Gouverneur de Rouville'. Voor de mooiste plek met uitzicht op de St. Annabaai loont het van te voren even te reserveren. Een absolute aanrader. Ik heb zelden zo lekker gegeten op zo'n mooie plek.


Verder vind je op Otrobanda het Riffort dat een paar jaar geleden geheel gerenoveerd is en nu de nodige winkels en restaurants huisvest. Het ligt bij de ingang van de St. Annabaai en is niet te missen. We hebben daar overigens heerlijk gegeten bij een grillrestaurant dat uitkijkt op de Caribische zee, maar waarvan in de naam ben vergeten.

Een must-have-seen op Otrobanda is het Kurá Hulanda (=Hollands erf). Een door de Nederlandse zakenman Jacob Gelt Dekker volledig in oude stijl gerestaureerde stadswijk dat nu dienst doet als ondermeer hotel. Het heeft zich inmiddels een plekje verworven op de World Heritage lijst van de Unesco.

Lloyd's verjaardag

Een dag na mijn aankomst kon ik direct een feestje mee gaan vieren. De zoon van Mike en Monique, Lloyd, werd namelijk 11 jaar. Tja ... er moest toch een plekje gevonden worden om dat te kunnen vieren. De Daaibooibaai leek Lloyd wel wat.

Mijn god ... zo zou je toch altijd je verjaardag willen vieren. Een tropisch wit strand, palmbomen, strakblauwe zee en een fijne barbeque. Nee dit was nou echt zo'n verjaardagsfeestje waar het geen straf was om gast te zijn. Ik denk dat Ingrid en Marleen, die ook te gast waren, dat kunnen beamen.

Duiken

Het mooiste wat Curaçao heeft te bieden zijn natuurlijk de geweldige duiklocaties. Ik had gelukkig in 2004 mijn duikbrevet gehaald en ik kon dan ook haast niet wachten tot mijn duikbuddies Jan en Yolanda zich ook kwamen melden op Curaçao.

Ik had het geluk dat Jan en Yolanda ook wel zin hadden in vakantie op een tropisch eiland. Dus 3 dagen na mijn aankomst op Curaçao kwamen zij en de moeder van Yolanda ook naar het eiland.
Tot hun komst heb ik me overigens nog prima kunnen vermaken met het snorkelen, maar er was een bijna onbedwingbare drang om af te dalen naar de dieper gelegen riffen.

Eigenlijk valt alleen aan de zuidkust van Curaçao veilig te duiken. Daar vind je de rustige baaien en de mooie riffen. Aan de noordzijde van het eiland is de zee veel te wild om veilig te kunnen duiken. Moet wel gezegd worden dat er aan de noordzijde wordt gedoken onder begeleiding van lokale duikscholen. Wij hebben de noordzijde gelaten voor wat het was en hebben 'slechts' de zuidzijde bedoken.

We hebben een aantal zeer mooie duiken gemaakt. Maar de vakantie was way-to-short om op alle 70 duikplekken die Curaçao rijk is te duiken. We hebben een leuke selectie gemaakt van alleen maar kantduiken. Er vallen ook een aantal zeer interessante bootduiken te maken bij ondermeer het Mushroomforest en Klein Curaçao.

De volgende stekken hebben we aangedaan:

Cas Abao

Een heel mooi rustig strand met op een meter of 30 uit de kant het begin van het rif. Tussen de duiken door kun je heerlijk eten bij een gezellig strandtentje.

Port Marie

Een perfecte duikstek met een duikschool naast het strand en een pier waar je je perfect kan omhangen. Ideaal dus .... Port Mari bezit een dubbel rif en ik heb er mijn eerste diepe duik gemaakt naar 32 meter. Je treft er enorm veel vis.

Playa Kalki of Alice in Wonderland

Bij Westpunt vind je ook weer een duikschool met een pier het water in. Ideaal dus voor het te water gaan en het spoelen van je spullen. Het is een prachtige stek waar we nog oog in oog kwamen met een hele vette mureen.

Jeremybaai

De Jeremybaai was een klein en heel romantisch baaitje waar je prima kan duiken. Het enige probleem op deze stek is dat je een heel eind uit de kant moet zwemmen alvorens je het rif bereikt. Maar het onderwaterleven maakt het weer meer dan goed. Je vindt hier overigens geen faciliteiten in de vorm van duikscholen of strandtentjes.

Jan Thiel

Jan Thiel is een goed ontwikkelde toeristenplek met een duikschool en een perfect restaurant. Bij Jan Thiel heb ik mijn eerste nachtduik gemaakt (handig een vriend te hebben die duikinstructeur is hehehe). Het is een ideale stek voor een nachtduik vanwege de zeer makkelijke toegang tot het water met een trap en leuning. Het meest opvallende wat we hebben gezien tijdens deze duik was een enorm grote egelvis. Ik wist niet dat die vissen zo groot konden worden.

Tugboat

Jan, Yolanda en ik waren het er over eens dat de Tugboat in de Caracasbaai toch de mooiste stek is geweest die we hebben bedoken. Je vindt er enorm veel vis en de omgeving is fantastisch door ondermeer de zeer grote aanlegsteiger voor zeeschepen waar van de pilaren zijn begroeid met koraal. En de stek is zo mooi door de gezonken sleepboot. Er wordt momenteel druk gewerkt om de omgeving toeristvriendelijk te maken met een duikschool en een restaurant met zwembad. De duikschool die er zich heeft gevestigd is Duke's Diving. Een toffe duikschoolhouder en perfect nieuw materiaal en faciliteiten. Nee ... dit is een absolute aanrader voor duikers. Vreemd is wel dat de site van Duke's diving niet meer online is. Ik zou dus niet weten of de school nog open is. Ga er gewoon eens kijken zou ik zeggen.

Shete Boka

Bovenaan het lijstje van plekken die ik wilde zien op Curaçao stond toch wel het nationale park Shete Boka. Ik kan ontzettend genieten van woeste kustgebieden en de noordkust van Curaçao is dus puur genieten voor mij.

In de meeste boekjes over Curaçao wordt de Boca Table wel genoemd. Het is een grote inham (Boca) met een onderaardse grot waar de zee woest tegenaan beukt. Naar verluidt hebben de zeeschildpadden ook hun intrek genomen in de grotten van het nationale park. Je kan op schildpadden-pad samen met een ranger als je dat wenst. Wij hebben dat niet gedaan. Misschien iets voor een volgend bezoek aan Curaçao.

Maar de Boca Table is slechts één van de 7 boca's die het nationale park telt. Een andere boca is de Boca Wandomi waar je een  natuurlijke overspanning of brug aantreft.

Hato caves / Maritiem museum

Terwijl Yolanda en haar moeder een kleurtje wilden krijgen op het strand zijn Jan en ik de toerist gaan uithangen en naar de Hato Caves gegaan. De caves bevinden zich naast het vliegveld van Curaçao en zijn dagelijks te bezoeken. Wij hadden het geluk dat er geen hordes bustoeristen waren op het moment van ons bezoek en we kregen zowaar een privé-rondleiding.

In de grotten tref je grote aantallen stalactieten en stalagmieten en zijn overblijfselen zichtbaar van de oorspronkelijke bewoners van Curaçao: de indianen. Tevens zie je een ondergronds meer, een waterval en een kolonie vleermuizen. Het was leuk om te zien, maar gezegd moet worden dat het wel erg gecultiveerd is. Terwijl de gids van alles vertelt, doet ze de lichtknopjes aan en loop je over een aangelegd wandelpad. Het heeft weinig meer van een rauwe grottocht. Maar dat mocht de pret niet drukken. Het was leuk om te zien.

Ook hebben we die dag het Maritiem museum bekeken. Dit museum bevindt zich aan de Punda-zijde in Willemstad tegenover de varende groente en fruitmarkt. Het was een aardig museum waar vooral de oude kaarten van Curaçao het bekijken waard zijn. Maar de grootte van het museum alsmede het aanbod vielen toch wat tegen. We hadden er zeg maar meer van verwacht. Desalniettemin ben ik wel blij het museumpje gezien te hebben.

Carnaval 2005

Niet te missen op het eiland was het carnaval dat in volle gang was toen wij op Curaçao waren. Het hoogtepunt van het Carnaval is de Gran Marcha dat dit jaar op 6 februari 2005 was. Een langdurige stoet van kleurig versierde mensen die zich in een halve dag ritmisch voortbewegen op luide muziek naar Otrobanda.

Waar wij eerst dachten dat we alleen even gingen sfeerproeven en dat we het wel zouden hebben gezien na een half uur, bleek een misvatting. Want het was zo ontzettend gaaf dat de tijd voorbij vloog en voor we het wisten stonden we urenlang te genieten van de stoet. En stilstaan ... ho maar ... het ritme zweept je op en neemt je mee.

Ik vond het helemaal geweldig en zie nu al uit naar het zomercarnaval in Rotterdam. Of misschien wel Gran Marcha 2006.

Hieronder een impressie van de stoet.

Struisvogelfarm

Op advies van Mike zijn Jan en ik nog even naar de struisvogelfarm geweest. Het blijkt een van de grootste struisvogelboerderijen buiten Afrika te zijn en is ook opgezet door een Zuid-Afrikaan. Hoewel je het in eerste instantie niet direct zou denken, is het echt ontzettend leuk om hier naar toe te gaan.

Je leert er van alles over het leven van de struisvogel van ei tot aan volwassenheid en over zijn eigenaardigheden en seksuele driften. Je rijdt in een aftandse truck, waarvan de schokbrekers het laatst vervangen lijken te zijn in de 2e wereldoorlog, door het park. Ondertussen vertelt de gids op een zeer vermakelijke wijze over de vogels.

Na de excursie kun je met uitzicht op de Tafelberg (jaja .. het is echt net Afrika) genieten van een hamburger van struisvogel. Volgens Jan was deze erg smakelijk. Ik heb het gehouden bij een waanzinnig lekkere punt appeltaart in het bijbehorende restaurant Zambezi.

Echt een aanrader om te bezoeken. Hieronder zie je me trouwens staan met een struisvogel van welgeteld 3 dagen oud. Tof he ...

The End

Tja en aan alles komt een eind. Zo ook aan deze vakantie. Het was helemaal geweldig en ik hoop stiekem dat ik volgend jaar weer wordt uitgenodigd voor een verjaardagsfeestje op Curaçao hahaha. Hieronder nog een aantal foto's die ik geschoten heb op het eiland.

Mike, Monique en Lloyd ... hartstikke bedankt voor jullie gastvrijheid en de fantastische vakantie die ik heb beleefd bij jullie.